Zalm met dille en romanesco

Bereidingswijze

1. 1

   Voordat je begint: schil 500 g knolpeterselie en snijd in blokjes van 2 cm. Verdeel 1 romanesco in roosjes. Hak 10 g dille fijn. Snijd 480 g zalmfilet in 4 stukken en snijd 1 citroen in partjes.

2. 2

   Rooster de knolpeterselie: meng de knolpeterselie met 1 el olijfolie, peper en zout op een bakplaat. Rooster 25–30 min in een voorverwarmde oven (boven/onderwarmte 200 °C), schep halverwege om tot goudbruin en gaar.

3. 3

   Maak de dille-citroendressing: klop 1 el citroensap met 1 tl mosterd en 1 el olijfolie. Roer de dille erdoor. Proef en breng op smaak met peper en een snuf zout.

4. 4

   Bak de zalm in de oven: leg de stukken zalm op een met bakpapier beklede plaat, bestrijk licht met de dressing (bewaar de rest). Bak 8–10 min op 200 °C tot net glazig in het midden.

5. 5

   Stoom de romanesco: zet 1–2 cm water op in een pan met stoommandje. Stoom de roosjes 5–6 min tot beetgaar en heldergroen. Bestrooi na het stomen met een snuf zout.

6. 6

   Serveren: verdeel de knolpeterselie, zalm en romanesco over de borden. Lepel de resterende dille‑citroendressing over de zalm. Serveer met citroenpartjes. Tip van de sjef: laat de dressing aan tafel eventueel apart voor milde smaken.