Sinaasappel‑gember kip met pompoen

Bereidingswijze

1. 1

   Voordat je begint: snijd de 300 g kipfilet in repen van 2 cm. Rasp de schil van 1 sinaasappel fijn en pers het sap uit. Rasp 20 g gember fijn. Hak 2 teentjes knoflook fijn. Snijd 400 g flespompoen in blokjes van 2 cm. Verwijder de nerven van 150 g boerenkool en scheur in hapklare stukken. Snijd 1 lente-ui in dunne ringetjes.

2. 2

   Rooster de pompoen: verwarm de oven voor op hetelucht 200 °C. Meng de 400 g pompoen met 1 el olijfolie, zout en peper. Spreid uit op een bakplaat en rooster 20–25 min tot goudbruin en zacht; schep halverwege om.

3. 3

   Maak de marinade/saus: meng in een kom het sinaasappelsap, de zest, 20 g gember, 2 teentjes knoflook, 1 el sojasaus, 1 el honing en 1 tl rijstazijn. Roer de maizena‑pap (0,5 tl maizena met 1 el water) erdoor.

4. 4

   Knapperige boerenkool: meng 150 g boerenkool met 1 el olijfolie, zout en peper. Voeg na 10 min roosteren de boerenkool aan de bakplaat toe (naast de pompoen) en rooster nog 8–10 min tot krokant aan de randen.

5. 5

   Bak de kip: verhit een ruime koekenpan op middelhoog vuur. Bak de 300 g kipfilet 5–6 min tot goudbruin en net gaar.

6. 6

   Glaceer met saus: zet het vuur laag en schenk de sinaasappel‑gembersaus in de pan. Laat 2–3 min zachtjes pruttelen tot de saus licht indikt en glanst rond de kip.

7. 7

   Serveerklaar maken: verdeel de geroosterde pompoen en knapperige boerenkool over borden. Schep de sinaasappel‑gember kip erop en bestrooi met de ringetjes lente‑ui. Serveer zout en peper naar smaak aan tafel.