Kabeljauw met citroen en asperges

Bereidingswijze

1. 1

   Voordat je begint: schil en snijd 700 g aardappelen in stukken van 3 cm. Verwijder de houtige uiteinden van 500 g groene asperges. Hak 2 teentjes knoflook fijn. Rasp de schil van 1 citroen fijn en pers de citroen uit. Snijd 600 g kabeljauwfilet in stukken van 4 cm.

2. 2

   Kook de aardappelen: breng een pan met ruim water aan de kook, voeg de aardappelen en 0,5 tl zout toe en kook 12–15 min tot gaar. Giet af en laat even uitstomen.

3. 3

   Rooster de asperges: verhit 1 el olijfolie in een ruime koekenpan op middelhoog vuur. Bak de asperges 6–8 min tot ze licht geschroeid en beetgaar zijn. Breng op smaak met zout en peper en houd warm op laag vuur.

4. 4

   Bak de kabeljauw: verhit 1 el olijfolie in een tweede pan. Bak de kabeljauw 2 min per kant tot net gaar en vlokkig. Haal uit de pan en houd warm onder een losse folie.

5. 5

   Maak de citroen-botersaus: zet het vuur laag onder dezelfde pan, voeg 20 g roomboter toe en laat smelten. Fruit de knoflook 30 s. Roer 1 tl mosterd, de citroenrasp, 2 el citroensap en 100 ml visbouillon erdoor. Laat 2–3 min zachtjes inkoken tot de saus licht bindt. Proef en breng op smaak met zout en peper.

6. 6

   Maak af: roer 1 el fijngehakte dille en 1 el fijngehakte peterselie door de saus. Leg de kabeljauw terug in de pan en lepel de saus erover. Warm 1 min door zonder te koken.

7. 7

   Serveer: verdeel de aardappelen en asperges over borden en leg de kabeljauw erop. Lepel extra saus erbij. Tip van Sjef: houd een deel van de saus apart aan tafel voor wie het frisser wil.