Groentepaella met kip

Bereidingswijze

1. 1

   Voordat je begint: snipper 1 ui en hak 2 teentjes knoflook fijn. Snijd 1 rode paprika en 1 gele paprika in reepjes. Snijd 150 g sperziebonen in stukjes van 3 cm. Snijd 2 tomaten in blokjes. Snijd 300 g kipfilet in blokjes van 2 cm. Hak 10 g platte peterselie fijn en snijd 1 citroen in partjes.

2. 2

   Bak de kip: verhit 1 el olijfolie in een brede koekenpan of paellapan op middelhoog vuur en bak de kipfilet 4–5 min tot goudbruin. Breng op smaak met een snuf zout en peper. Schep uit de pan.

3. 3

   Fruit de basis: voeg 2 el olijfolie toe. Bak de ui 3 min glazig. Voeg de knoflook, rode paprika en gele paprika toe en bak 4 min tot ze zacht beginnen te worden.

4. 4

   Specerijen en tomaat: roer 1 tl gerookte paprikapoeder, 1 tl zoete paprika, 0,5 tl kurkuma en 1 tl gedroogde tijm erdoor en bak 30 s mee. Voeg de tomatenblokjes toe en bak 2 min tot het vocht iets indampt.

5. 5

   Rijst aanzetten: voeg 300 g paellarijst toe en schep 1 min om zodat de korrels met de olie en specerijen bedekt zijn.

6. 6

   Bouillon en garen: schenk 800 ml kippenbouillon erbij, verdeel alles gelijkmatig en breng aan de kook. Leg de kip terug in de pan. Laat 15 min zachtjes pruttelen zonder roeren.

7. 7

   Groenten toevoegen: voeg de sperziebonen toe en laat 5 min meekoken. Voeg daarna 150 g doperwten toe en kook nog 3–4 min tot de rijst beetgaar is en de bouillon grotendeels is opgenomen.

8. 8

   Afmaken: proef en breng op smaak met peper en eventueel zout. Strooi de peterselie erover en knijp naar smaak wat citroensap uit. Serveer met de citroenpartjes erbij.